CONNECTION-II – Studie naar verschil in respons op chemotherapie bij patiënten met niet uitgezaaide dikkedarmkanker
Darmkanker valt in te delen in 4 subtypes en deze subtypes hebben allen andere eigenschappen op celniveau. Een deel van de patiënten met niet uitgezaaide dikkedarmkanker waarbij de darmtumor is weggehaald, krijgen volgens de huidige behandelrichtlijn aanvullende chemotherapie (Capecitabine en Oxaliplatin) aangeboden. Deze behandeling heeft als doel om de kans dat de ziekte terug komt zo klein mogelijk te maken. De selectie van patiënten die deze behandeling krijgen, is echter nog niet optimaal. Met de huidige kennis kunnen we nog niet goed voorspellen welke patiënten daadwerkelijk baat hebben bij het krijgen van deze chemotherapie. De verschillende eigenschappen op celniveau van darmkanker kan de oorzaak zijn dat verschillende patiënten met darmkanker anders reageren op de reguliere behandeling.
In deze studie wordt onderzocht of er een verschil is in effect van chemotherapie tussen patiënten met verschillende subtypes van darmkanker. Dit doen we door chemotherapie te geven voorafgaand aan de operatie en na de operatie. Het geven van chemotherapie voor de operatie in plaats van na de operatie biedt de gelegenheid om de reactie op chemotherapie microscopisch te bekijken op de tumor zelf die tijdens de operatie wordt verwijderd. Dit zou niet mogelijk zijn als we de chemotherapie pas na de operatie toedienen omdat de tumor dan al verwijderd is.
Dit onderzoek is opgezet door het UMC Utrecht in samenwerking met het PLCRC cohort, en wordt gesponsord door de Alpe d’Huzes. Er zullen naar verwachting 262 patiënten meedoen uit zowel het UMC Utrecht als andere ziekenhuizen in Nederland.