RABITO studie – Radioactieve jodiumbehandeling vs. radiofrequente ablatie bij hyperthyroïdie
Wanneer de schildklier te veel schildklierhormoon aanmaakt, krijg je een te snel werkende schildklier (hyperthyroïdie). Dit kan verschillende klachten veroorzaken, zoals een gevoel van onrust, nervositeit, slecht slapen, slechte concentratie, gewichtsverlies en hartkloppingen. Op de lange termijn kan dit leiden tot botontkalking en hartritmestoornissen. Er zijn 3 manieren om hyperthyroïdie te behandelen; medicatie, een operatie of middels radioactief jodium.
De huidige standaardbehandeling met radioactief jodium zorgt ervoor dat de schildkliercellen die het teveel aan schildklierhormonen produceren worden vernietigd. Het teveel aan schildklierhormoon zal hierdoor bij de meeste mensen verdwijnen. Een nadeel van deze behandeling is dat de radioactieve straling langer kan doorwerken, waardoor er op lange termijn een aanzienlijke kans is om een te trage schildklierwerking te ontwikkelen (hypothyreoïdie). Een andere behandeling die sinds enige tijd beschikbaar is, is radiofrequente ablatie (RFA). Hierbij wordt met een naald het hyperactieve schildklierweefsel verhit waardoor dit zal verschrompelen. Bij een RFA behandeling is er een kleine kans op bijwerkingen zoals pijn en bloedingen. RFA is mogelijk een goed alternatief voor een behandeling met radioactief jodium, maar dit is nog niet grondig bestudeerd.
De RABITO Studie heeft als doel om uit te zoeken bij welke doseringsberekening de behandeling met radioactief jodium het meest effectief is en de kans op een te trage schildklier het kleinst is. Ook zullen de uitkomsten van een behandeling middels radioactief jodium worden vergeleken met de uitkomsten van een behandeling middels RFA. Deelnemers zullen gedurende 5 jaar worden gevolgd waarin de behandeling met radioactief jodium of RFA in de eerste maanden plaatsvindt. Ook zullen er vragenlijsten worden afgenomen, wordt de grootte van de schildklierknobbel gemeten en worden er bloedonderzoeken met betrekking tot de schildklierfunctie uitgevoerd. Deze studie zal in ongeveer 30 Nederlandse ziekenhuizen worden uitgevoerd. Het Catharina ziekenhuis verwacht op korte termijn te kunnen starten met deze studie.